Ds. W.A. Zondag - 1 Koningen 17 : 1 - 16

Afspelen

Onderwerp

10-3-2021
Elia’s ervaring in crisistijd: ‘God raakt nooit op’
Eerste beproeving (vs. 1)
Gods antwoord: water, brood en vlees (vs. 2-6)
Tweede beproeving (vs. 7)
Gods antwoord: meel en olie (vs. 13-16)
Liturgie:
Psalm 42: 1, 2
NGB art. 13
Psalm 81: 7, 12
Lezen: 1 Koningen 17: 1-16
Psalm 42: 3, 4, 5
Psalm 42: 6, 7
Psalm 116: 7, 8

Leestip:
Psalm 147 (God voedt de raven)
Job 39 (God in de natuur)
Lukas 4 (prediking van Jezus over Elia en de weduwe)
2 Koningen 4 (Elisa en olie in de vaten)

Citaat:

‘Het hele bezit van de weduwe bestond uit een handvol meel en een restje olie. Dat beetje raakte niet op. Waar vind je nu zo’n bedrijf? Van harte gaf de weduwe de hongerige dienaar van God te eten: haar hele bezit hing aan een spijker. Bestaat er iets gelukkigers dan dit soort armoede? Als zij in het leven hier op aarde al zoiets ontvangt, waarop mag zij op het eind dan wel niet hopen?’
- Aurelius Augustinus, Schatkamer van het geloof, Preken over teksten
uit het Oude Testament, Sermon 11: “God raakt nooit op”.


Geloofsbelijdenis: NGB art. 13b:
‘Deze lering geeft ons een onuitsprekelijken troost, als wij door haar geleerd worden dat ons niets bij geval overkomen kan, maar door de beschikking van onzen goedertieren hemelsen Vader, Die voor ons waakt met een Vaderlijke zorg, houdende alle schepselen onder Zijn heerschappij, alzo dat niet één haar van ons hoofd, (want die zijn alle geteld), ook niet één musje op de aarde vallen kan zonder den wil onzes Vaders’.

Gespreksvragen:
1. Elia bidt om het oordeel over Israël (droogte). Dat is een ernstige zaak. Was dat niet hard van Elia? Waarom niet? Betrek hierbij de eerste tafel van de tien geboden.
2. Elia moet naar de beek Krith. Daar moet hij een periode in stilte doorbrengen. Wat betekent dat voor hem? Beseft u/jij wat het voor mensen betekent als we niet actief kunnen participeren in de maatschappij?
3. De Heere zorgt op een bijzondere manier voor Elia. We maken wel onderscheid tussen een middellijke en een onmiddellijke verzorging. Leg eens uit dat aan de beek beiden plaatsvonden. Wat lezen we hierover in NGB art. 13?
4. De beek droogt uit. Overdenk eens het volgende citaat: ‘Zo laat God bij u en mij meermalen de stroom uitdrogen. Ook de stroom van vroegere lichamelijke en geestelijke zegeningen. Er komt een eind aan. Dan zeggen wij: hoe moet het nu? Dan zien we geen weg meer. Als we dan het geloof maar in onze ziel hebben dat God duizend verrassingen achter de hand heeft en duizend wegen kan openen die wij helemaal niet zien. Ja, dán gaat het wel’. (Ds. G. Boer, Het gericht op de Karmel, Bijbellezingen over de profeet Elia, De Banier 2009). Herkent u/herken jij dat?
5. Het uitdrogen van de beek is een beproeving voor Elia. Waarom? Wat lezen we hierover in Jakobus 1: 1-3, 13? Betrek het eens op onze omstandigheden, waaronder de zorgen rondom het virus Covid-19.
6. Elia moet naar Zarfath. Waarom was dat wel een heel wonderlijke plaats als we letten op het opsporingsbevel dat Achab naar Elia had uitgezonden?
7. Hij ontmoet een weduwe. Elia geeft haar een opdracht (bak voor mij een koek) en een belofte (het meel en de olie zullen vermenigvuldigd worden). De vrouw gaat de opdracht uitvoeren en daaruit blijkt dat zij de belofte gelooft. Leg dat eens uit. Geeft God ons nog opdrachten met daaraan verbonden een belofte? Zo ja, welke?
8. Wat zegt de Heere Jezus later over deze vrouw in Lukas 4: 23-26? Hoe betrekt hij dat op Zijn Persoon en boodschap?
9. Welke lessen kunnen wij trekken op biddag in coronatijd uit de geschiedenis van Elia bij de beek Krith en bij de weduwe van Zarfath?

Voor de jongste kinderen:
1. Elia bad de Heere of het niet meer zou regenen. Dat is vreemd hè? Hij deed dat omdat hij de mensen wilden laten zien dat niet Baäl maar de Heere regen geeft. Weet jij wie Baäl was? Zie ook Jakobus 5:17.
2. De Heere stuurt Elia naar de beek Krith (een soort riviertje). Elia moet daar gaan ‘zitten’. Hij heeft niets te doen. Verveel jij je als je niets te doen heeft? Zou Elia dat moeilijk hebben gevonden ‘helemaal niets doen’?
3. Daarom moeten we op biddag ook aan mensen denken die niet naar school kunnen en niet kunnen werken omdat zij ziek zijn, werkloos zijn of oud zijn. Ken jij iemand die ziek of oud is? Zou jij voor zo iemand een mooie tekening willen maken?
4. Wie kwamen vlees en brood brengen? Waarom is dat een groot wonder?

Delen & Download

Download preek